• Home
  • De GVR
  • Gezondheid & Verzorging
    • Anatomie
    • Entingen
    • Parasieten
    • Bloedwaarden
    • Antibiotica
    • Erfelijke aandoeningen
    • Infectueuze en immuniteit aandoeningen
    • Overige aandoeningen
    • Castratie / Sterilisatie
    • Voeding
    • Gevaren binnen en buiten
    • Gedrag
  • Quiz
    • Quiz Resultaten
  • Kattenverenigingen
    • Stamboek
    • Stamboom
    • Rasstandaard
    • Totaaloverzicht van alle Kattenverenigingen
    • Rasstandaards vergeleken
    • Puntentellingen vergeleken
    • Titels vergeleken
  • Foto’s
    • Filmpjes
    • Alle Kleuren en Patronen
  • Catteries
    • Cattery toevoegen
    • Cattery wijzigen
  • Community
  • Over
    • In de media
    • Geschiedenis
    • Site Map
    • Contact

Maine Coon .nl

Voor al uw informatie over de Maine Coon

Je bent hier: Home / Gezondheid en Verzorging / Overige aandoeningen

Overige aandoeningen

Inhoud

  • Tumoren
    • Lipoom
    • Talgkliertumor
    • Mastocytoom
    • Melkkliertumor
    • Maligne Lymfoom
    • Melanoom
    • Haemangioom/Haemangiosarcoom
    • Fibroom/Fibrosarcoom
  • Blaas en urinewegen
      • Eerste aanwijzingen
      • Behandeling
    • Blaasstenen en blaasgruis
    • Blaasontsteking
    • Struviet
    • Oxalaat
    • Idiopathische Cystitis
  • Tand- en tandvleesproblemen
    • Gingivitis, Stomatitis en Pharyngitis
      • Symptomen
      • Oorzaken kunnen zijn
      • Diagnose
      • Behandeling
        • Tandsteenbehandeling
        • Corticosteroïden
        • Elementen trekken
        • Interferon
        • Als niets werkt
    • Tandhalslaesie of FORL
      • Symptomen
      • Behandeling
  • Meer info
    • Community
    • Bronnen
    • Meer informatie
      • Tumoren
      • Tand- en tandvleesproblemen
      • Overige aandoeningen

Tumoren

Het komt voor dat we bij onze een huisdieren een bultje ontdekken. Meestal helemaal geen reden tot paniek, maar over het algemeen is het wel raadzaam om dit bultje door de dierenarts te laten bekijken. Het kan een simpele ontsteking zijn, maar ook kan sprake zijn van een meer of minder vervelende tumor. Sommige tumoren zijn op het oog zeer onschuldig, maar kunnen toch vervelende gevolgen hebben.

Naast de zichtbare tumoren, bestaan ook tumoren die in de inwendige organen zitten en dus niet aan de buitenkant zichtbaar zijn. Zij kunnen allerlei symptomen geven, zoals vermageren ondanks goede eetlust, braken, diarree etc.

Tumor

A. De normale proliferatie van een cel die voortkomt uit een stamcel.
 
B. De dochtercellen differentiëren niet waardoor er een tumor ontstaat.
 
C. De stamcel maakt geen dochtercellen maar vermenigvuldigt zich waardoor er een tumor ontstaat.
 
[bron]

Lipoom

Een lipoom is eigenlijk gewoon een vetbult, een woekering van vetcellen. Ze komen bij oudere honden relatief vaak voor. Bij de kat zien we ze minder vaak. Ze kunnen op alle plaatsen van het lichaam onder de huid voorkomen en groeien meestal langzaam. Over het algemeen zijn deze bulten totaal ongevaarlijk en kunnen met een gerust hart blijven zitten. Alleen als de vetbult op een vervelende plaats zit, waardoor het dier last heeft (bijvoorbeeld in de oksel) kan toch worden besloten om de bult te verwijderen. Meestal blijven de bulten dan weg, maar het risico blijft, dat op dezelfde plek of op een andere plek nieuwe bulten ontstaan.

Talgkliertumor

Een talgkliertumor is eigenlijk een overvulde talgklier, die we vooral bij oudere honden tegenkomen. Ze zitten meestal in de nek of op de rug. Het zijn grotere of kleinere bulten in de huid die nogal eens een korstje hebben. Vaak is het mogelijk om de talg eruit te drukken, maar dit is niet nodig bij een rustig ogend bultje, waar de hond geen last van heeft. Over het algemeen zijn de bulten goedaardig. Ze kunnen alleen soms aanleiding geven tot een ontstekingsreactie, waardoor het alsnog noodzakelijk wordt de bult te verwijderen. Heel zelden kan een talgkliertumor kwaadaardig ontaarden. Dit noemt men een talgklieradenocarcinoom.

Mastocytoom

Het mastocytoom is een van de meest voorkomende huidtumoren bij de hond, maar kan soms ook bij de kat voorkomen. Het komt zowel bij jonge dieren als bij oudere dieren voor en ongeveer even vaak bij reutjes als bij teefjes. Bij de hond komen ze voornamelijk voor op de dijen en in de liezen. Mastocytomen hebben de potentie om kwaadaardig te ontaarden en uit te zaaien naar lymfeknopen en inwendige organen.

Melkkliertumor

Een melkkliertumor, een knobbeltjes in de melkklieren, komt vooral bij de ouder wordende dieren voor. Deze knobbels kunnen goedaardig (adenoom, 70%) of kwaadaardig (adenocarcinoom, 30%) zijn. Sterilisatie van het dier kan een beschermend effect hebben. Klinisch is niet met 100% zekerheid te zeggen, of het een goedaardige of een kwaadaardige tumor betreft. Goedaardige tumoren voelen vaak aan als harde, goed omschreven knobbeltjes. Kwaadaardige tumoren zijn meestal minder goed omschreven, omdat ze in de omliggende weefsels groeien. Ze hebben een sterke neiging tot uitzaaien naar de regionale lymfeknopen en de longen. De enige manier is het nemen van een biopt en dit te laten onderzoeken. Indien dan kwaadaardige cellen worden gevonden, moet de tumor met melkklierpakket(ten) en regionale lymfeknopen worden verwijderd.

Een carcinoom kan ook op andere plaatsen in of op het lichaam voorkomen. Ze komen vaak voor in de blaas(hals), in de anaalzakken en in allerlei inwendige organen, zoals lever, milt en maag. Daarnaast zien we ze bij witte katten nogal eens in de huid van de oren en op de snuit (plaveiselcarcinoom). Het zijn zeer kwaadaardige tumoren, die snel uitzaaien.

Maligne Lymfoom

Zoals de naam al doet vermoeden, is maligne lymfoom een zeer kwaadaardige tumoreuze ontaarding van cellen, die eigenlijk op bijna elke plek in het lichaam voor kan komen.

Melanoom

Melanomen zijn woekeringen van epitheelcellen en hebben meestal een zwarte kleur. Ze komen zowel bij honden als bij katten voor en voornamelijk bij oudere dieren. Over het algemeen zijn ze goedaardig en zien ze eruit als zwarte of bruine plekjes of bultjes in de huid. Als de bultjes groter zijn dan 2 cm, slecht begrensd zijn, of heel snel groeien dan is meestal sprake van kwaadaardige veranderingen. Bij katten zien we ze meestal op de oren of rond de bek en zijn de melanomen bijna altijd kwaadaardig. Kwaadaardige melanomen kunnen uitzaaien naar de longen. Vooraf aan een chirurgische verwijdering dienen dus altijd röntgenfoto’s gemaakt te worden. Helaas is het niet altijd mogelijk om de tumor(en) ruim weg te nemen (bijvoorbeeld op de lip) en is de kans groot op recidief. De gemiddelde overlevingstijd van dieren met kwaadaardige melanomen is 12 maanden. Ook bij dieren met goedaardige melanomen is na verwijdering de kans groot op mogelijk kwaadaardig recidief.

Haemangioom/Haemangiosarcoom

Haemangiomen zijn goedaardige tumoren die uitgaan van de bloedvaten. Ze komen vrij regelmatig voor bij oudere dieren en zitten vooral op de poten, de kop, de flanken en in de nek. Het zijn goed omschreven, rode, min of meer ronde bultjes en van binnen bevindt zich meer of minder bloed. Bij geheel wegnemen treedt er meestal geen recidief op.

Haemangiosarcomen zijn kwaadaardige tumoren die gelukkig iets minder vaak voor komen. Meestal zijn de dieren wel wat ouder, gemiddeld 9-10 jaar. Ze kunnen zich overal in het lichaam bevinden: milt, hart, lever, huid, botten, spieren, hersenen en maagdarmkanaal. Haemangiosarcomen zijn slecht omschreven, zachte, vaak sponzige, rode massa’s van 1-10 cm doorsnede. Ze zijn zeer kwaadaardig en zaaien snel uit, meestal naar de longen, maar ook naar andere plekken in het lichaam. Bij een haemangiosarcoom in het hart kan een dier plotseling 'dood blijven', omdat het hart op hol kan slaan.

Fibroom/Fibrosarcoom

Een fibroom is een goedaardige tumor, die uitgaat van het bindweefsel en dus meestal voorkomt in de huid en de onderhuid. We zien het meestal bij de oudere kat. Ze zijn goed omschreven, meestal vrij stevig, maar soms wat zachter en hebben meestal een ronde of ovale vorm. Na chirurgische verwijdering zien we meestal geen recidief.

Een fibrosarcoom is de kwaadaardige variant, die regelmatig voorkomt bij katten. We treffen ze meestal aan in de huid, de onderhuid, de mondholte, de neusholte, maar ook elders in het lichaam. Ze zijn wisselend van grootte, maar kunnen soms zeer groot worden. Ze zijn onregelmatig, slecht begrensd met vaak een kapotte bovenliggende (geulcereerde) huid. Ze zaaien snel uit, meestal naar de longen en zelden naar de regionale lymfeknopen. Na operatief wegnemen ziet men vaak snel recidief.

Blaas en urinewegen

Veel is veranderd in onze inzichten over blaasproblemen bij katten. Vroeger dacht men dat het vaak bacteriële blaasontstekingen waren, die met antibiotica te bestrijden waren. Daarna werd gedacht dat katten eiwitten in hun urine produceerden, waardoor bacteriën niet zouden kunnen overleven in kattenurine. Blaasproblemen zouden volgens dit nieuwe inzicht voornamelijk veroorzaakt worden door het voorkomen van gruis, kleine kristallen in de urine. Het gruis oplossen zou de oplossing voor alle problemen zijn.

Men weet nu dat bij bepaalde katten ook bacteriën een rol spelen. Soms is gruis de boosdoener. Blaasstenen kunnen de oorzaak van blaasproblemen zijn. Soms is het een foutje in de vorm van de blaas, dat gemakkelijk tot ontstekingen leidt. Heel soms kan sprake zijn van een nierbekken-ontsteking als oorzaak, of zelfs van een blaastumor

Eerste aanwijzingen

  • Frequente en niet geslaagde pogingen tot urineren.
  • urineren op ongewenste plaatsen.
  • urineren is pijnlijk, klagend miauwen, buikpijn.
  • bloed in de urine.
  • overmatig likken van de schaamstreek.

 

"Never, ever, think outside of the box" Source:  The New Yorker Magazine
"Never, ever, think outside the box."

Als de kat een van de bovengenoemde symptomen vertoont, dan is dringend (spoed)hulp nodig.

Als de kat niet meer kan plassen, raakt uiteindelijk de blaas overvol. Hierdoor kunnen de nieren de afvalstoffen niet langer uit het lichaam verwijderen en begint een acute niervergiftiging: braken, ogen gaan diep liggen, het klagend miauwen stopt, onderkoeling en uiteindelijk raakt de kat in een diepe coma. Binnen 24 uur na de verstopping kan een kater al overlijden!

Behandeling

Als sprake is van verstopping, dan wordt deze eerst opgeheven met speciale catheters en vloeistoffen. Door de blaas te spoelen wordt zoveel mogelijk gruis en steentjes verwijderd; elk achtergebleven kristal kan namelijk de aanzet geven tot nieuwe kristalgroei.

Struviet en calciumoxalaat zijn de urinestenen die het meest gevoelig zijn voor beïnvloeding door voeding. Gebleken is dat voedingsbestanddelen belangrijk zijn voor de ontwikkeling en de behandeling van struviet en calciumoxalaat stenen bij katten. De samenstelling van de urine wordt sterk beïnvloed door de inname van voedsel en vloeistof. Ieder soort kristal of steen ontwikkelt zich onder verschillende, of zelfs tegengestelde omstandigheden. Daarom moet de behandeling door voeding van deze beide aandoeningen op twee verschillende manieren aangepakt worden. De toe te passen voedingstherapie is altijd afhankelijk van de analyse van de kristallen en/of urinestenen. Het doel is verdere vorming van stenen te stoppen door de onderliggende oorzaken weg te nemen, of onder controle te brengen.

Een laatste "redmiddel" voor de kater is de penisamputatie. Door de penis weg te nemen wordt ook de vernauwing weggenomen, die bij poezen niet aanwezig is. Zo ontstaat een wijdere plasopening, net zoals bij de poes. Hierdoor kunnen kleine gevormde steentjes makkelijker worden uitgeplast. De penisamputatie kent ook aanzienlijke nadelen. Altijd moet geval voor geval goed worden overwogen, of dit de enige juiste behandeling is.

Zowel bij verstopping, als bij het vermoeden van blaasgruis, vindt altijd urine-onderzoek plaats. Met het urine-onderzoek wordt vastgesteld om wat voor gruis het gaat.

Blaasstenen en blaasgruis

Blaasgruis veroorzaakt soms in de blaas en plasbuis irritatie en ontsteking. Doordat poezen een korte en wijde plasbuis hebben, kunnen ze blaasgruis meestal goed uitplassen. Bij katers kan in ernstige gevallen het blaasgruis bij de vernauwing voor de penis vastlopen. Dit veroorzaakt een verstopping. De verschijnselen hiervan zijn: voortdurend naar de kattenbak gaan, veel persen, klagend miauwen en nagenoeg geen urine.

Blaasgruis is een verzamelnaam van hoofdzakelijk twee soorten zoutkristallen. De meest voorkomende is struviet. De andere soort zoutkristal is calciumoxalaat. Beide zouten worden gevormd uit afvalproducten - magnesium, ammonium (afbraakproduct van ureum) fosfaten, calcium, oxalaten - die door de kat worden geproduceerd en uitgescheiden via de urine. In een normale gezonde situatie zijn de zouten opgelost in de urine. Door een aantal redenen kan het echter gebeuren dat de zouten niet meer oplossen: ze kristalliseren. Als de gevormde kristallen erg groot worden, dan kunnen zelfs blaasstenen ontstaan. Blaasgruis komt niet alleen voor bij gecastreerde katers. Ook niet-gecastreerde katers en poezen kunnen last van blaasgruis krijgen.

De exacte oorzaak van de vorming van blaasgruis is nog niet bekend, maar hieronder staan een aantal mogelijke oorzaken die de kans op het krijgen van blaasgruis vergroten:

  • Geslacht:
    Doordat katers een langere en nauwere plasbuis hebben kan blaasgruis gemakkelijker vastlopen dan bij poezen. Blaasgruisklachten zien we vaker bij katers.
  • Activiteit:
    Luie katers hebben een verhoogde kans op blaasgruis.
  • Gewicht:
    We zien blaasgruis met name bij katten met overgewicht.
  • Leeftijd:
    Op een leeftijd tussen 1-2 jaar treden de meeste klachten op.
  • Plasfrequentie:
  • Katten die vaak plassen hebben minder kans op blaasgruis: de zouten krijgen geen tijd om uit te kristalliseren. Katten plassen minder vaak als bij voorbeeld de kattenbak niet vaak genoeg wordt schoongemaakt.
  • Vocht:
    Katten die weinig drinken hebben geconcentreerde urine, waarin zich gemakkelijk kristallen vormen. Katten die veel blikvoeding eten (blikvoeding bevat ongeveer 80% water!) hebben minder snel last van blaasgruis.
  • Voeding:
    Voeding bevat noodzakelijke zouten (mineralen). Als teveel van deze zouten aanwezig zijn in de voeding bestaat er een verhoogde kans op het krijgen van blaasgruis.

Blaasontsteking

Bacteriën hebben vaak een pH-verhogend effect, waardoor de zouten weer makkelijk kunnen neerslaan en gruis kan ontstaan Het gruis en de stenen kunnen de blaaswand beschadigen, waardoor de bacteriën zich nog eenvoudiger kunnen vermenigvuldigen. Zo ontstaat er een vicieuze cirkel. 

Struviet

Struvietvorming is een veel voorkomende, maar goed te behandelen vorm van blaasgruis. De steentjes zijn op een röntgenfoto goed zichtbaar. Bij struvietvorming spelen vaak meerdere oorzaken een rol. Enkele factoren die kunnen bijdragen aan het neerslaan van struvietkristallen zijn:

  • urine met een hoge concentratie mineralen,
  • de aanwezigheid van struvietkristallen en
  • een pH-waarde van de urine hoger dan 7.

Struvietvorming is met behulp van een speciaal dieetvoeder goed te behandelen. Dieetvoeder zorgt voor een daling van de urine-pH tot rond de 6 en een onderverzadiging van struvietcomponenten. Dit bevordert het oplossen van de struvietstenen en vermindert de kans op herhaling.

Bij een dergelijk dieet wordt aandacht besteed aan:

  • Verzurend effect op de urine: In zure urine kunnen geen struvietkristallen neerslaan en lossen de aanwezige kristallen op.
  • Verlaagd magnesiumgehalte: Magnesium is één van de grondstoffen van struviet. Verschillende onderzoeken tonen aan dat een hoog magnesiumgehalte in de voeding de kans op de vorming van struvietstenen vergroot, terwijl een verlaagd magnesiumgehalte deze kans doet afnemen.
  • Aangepaste gehalten calcium en fosfor: De calciumuitscheiding is mogelijk hoger in een zure urine.
  • Licht verhoogd natriumgehalte: Door extra natriumchloride ('zout') aan de voeding toe te voegen, zal het dier meer vocht opnemen. Het natriumgehalte van de voeding mag echter niet al te hoog zijn, omdat dat een te groot dorstgevoel kan veroorzaken, waardoor het dier juist zijn urine gaat concentreren.
  • Licht verteerbaar: Een licht verteerbare voeding geeft minder ontlasting, waardoor minder vocht met de faeces uitgescheiden wordt en dus meer vocht met de urine het lichaam verlaat. Hierdoor wordt het urinevolume vergroot.

Twee soorten blaasgruis-voer zijn verkrijgbaar:

  1. Blaasgruis-oplossend voer.
    Dit voer is zeer agressief en mag nooit te lang achterelkaar worden gegeven (maximaal 2 maanden. Doe dit natuurlijk altijd in overleg met de dierenarts! De aanduiding voor dit voor is bij verschillende fabrikanten hetzelfde: SD-voer.
  2. Blaasgruis-voorkomend voer.
    Dit voer wordt meestal gegeven zodra de kristallen uit de urine zijn verdwenen en om te voorkomen dat ze terugkomen. De aanduiding op de verpakking is CD.

Oxalaat

Oxalaatstenen of kristallen bestaan meestal uit calcium en oxalaat. Deze stenen kunnen tot op heden niet worden opgelost door middel van een dieet. Verwijdering van de stenen door een dierenarts is noodzakelijk. Om de kans op herhaling te verkleinen wordt als preventieve maatregel aangepast dieetvoeder gegeven. De oxalaatstenen ontstaan meestal in een zure urine (lage pH).

Een dieet ter preventie van oxalaatstenen moet dan ook een verhogend effect hebben op de urine-pH. Verder is het van belang dat de voeding zorgt voor een onderverzadiging van de betreffende mineralen in de urine.

Bij een dergelijk dieet wordt aandacht besteed aan:

  • Verhogend effect op de urine-pH: In een basische urine slaan de oxalaatkristallen niet zo snel neer als in een zure urine.
  • Gecontroleerde hoeveelheden calcium en oxalaat: De concentraties van calcium en oxalaat in de voeding hebben effect op de hoeveelheden ervan in de urine. Het is daarom belangrijk dat niet teveel van deze mineralen in de voeding zitten. Het is ook erg belangrijk dat de hoeveelheden op elkaar zijn afgestemd, omdat ze elkaar onderling beïnvloeden.
  • Verlaagd eiwitgehalte: Een verlaagde eiwitinname leidt tot een afname van de concentratie calcium in de urine en tot een stijging van de urine-pH. Hierdoor neemt de kans op calciumoxalaatstenen af.
  • Verlaagd natriumgehalte: Natrium zorgt voor een toename van de calciumconcentratie in de urine. Minder natrium is dus ook minder calcium in de urine.

Idiopathische Cystitis

Sinds kort is duidelijk geworden dat verreweg de meeste blaasproblemen bij katten heel erg lijken op wat bij mensen bekend staat als het ‘blaaspijn syndroom’. Dit is een niet te onderschatten irritatie van de blaaswand, die leidt tot pijn tijdens het plassen, bloed plassen, het vaak moeten urineren en soms tot (ernstige) pijn in de onderbuik. Bij mensen is nog geen duidelijk aanwijsbare oorzaak gevonden. Het is meer een factorenziekte, dus iets dat optreedt als verschillende omstandigheden allemaal net op een ongunstige manier tegelijkertijd optreden. Het komt dan ook in verschillende mate voor bij verschillende patiënten.

Het ‘blaaspijn syndroom’ wordt bij katten Idiopathische Cystitis genoemd. Het betekent zoveel als ‘Weet-Niet-Waarom Blaasontsteking’. Dat het geen duidelijk aanwijsbare oorzaak heeft betekent niet, dat als het optreedt, geen duidelijke veranderingen gevonden worden

Om te begrijpen wat aan de hand is, moeten we ten eerste weten dat de binnenbekleding van een blaas een slijmvlies is. De slijmlaag moet de blaaswand beschermen tegen urine, die bij direct contact de blaaswand zou irriteren. Als bouwstenen van de slijmlaag zijn glycosaminoglycanen (GAG’s) erg belangrijk. Deze eiwitten worden ook in het kraakbeen van gewrichten gevonden en worden daarom vaak voorgeschreven aan mensen en dieren met gewrichtsproblemen.

Ten tweede moeten we weten dat allerlei soorten zenuwen in een lichaam zitten, onder andere zenuwen die gespecialiseerd zijn in pijnprikkels. Deze zenuwen hebben receptoren, die gevoelig zijn voor stoffen die in het lichaam worden gemaakt op het moment dat een pijnlijke prikkel optreedt. Wordt zo’n receptor geprikkeld, dan voelt het lichaam pijn. Katten met het ‘blaaspijn syndroom’ hebben meer van deze pijnzenuwen in de blaas. Dat houdt in dat als een pijnprikkel in de blaas optreedt bij zo’n kat, meer pijn wordt gevoeld dan bij een gemiddelde kat. Overigens hebben de pijnzenuwen in het ruggenmerg en de hersenen van deze katten ook meer pijnreceptoren, net als bij sommige mensen met het blaaspijn syndroom. Deze mensen hebben naast blaasproblemen ook vaak hoofdpijn en lage rug pijn. Of katten daar ook last van hebben weten we niet.

Om een of andere reden gaat iets in de slijmlaag van katten met Idiopathische Cystitis mis. De slijmlaag dekt de gehele blaaswand niet meer goed af. Op sommige plekken van de blaas kan urine in direct contact komt met de blaaswand. Dit veroorzaakt het vrijkomen van een stof, die de receptoren van pijnzenuwen prikkelt. Het prikkelen van deze zenuwen veroorzaakt vervolgens het vrijkomen van twee andere stoffen: histamine en heparine. Histamine kennen we van hooikoorts. Het stofje dat zwelling en irritatie van slijmvliezen in neus en ogen veroorzaakt waarvan hooikoorts patiënten zo’n last hebben. Heparine kennen we als een bloedverdunner.

Als histamine en heparine vrijkomen in de blaaswand gebeuren twee dingen: de blaaswand wordt dikker en gaat bloed lekken. Niet heel veel, maar genoeg om de urine herkenbaar te verkleuren. Samen gebeuren drie dingen: pijn, zwelling en het lekken van bloed.

Bij sommige katten blijkt dit niet het enige probleem. Bepaalde katten drinken onvoldoende, waardoor kristallen of gruis in hun urine ontstaat. Andere katten maken altijd gruis aan, of ze voldoende drinken of niet. Bij weer andere katten kunnen propjes van de defecte slijmlaag los raken. Als al sprake is van een gezwollen, pijnlijke blaas, is de aanwezigheid van gruis of slijmlaagproppen bij katers soms net genoeg om de afvoergang van de blaas te doen verstoppen. Niet kunnen plassen is een levensbedreigend probleem!

Men weet niet voor elke kat waarom in eerste instantie iets mis gaat met de slijmlaag van de blaas. Stress lijkt een belangrijke factor. Stress kan bij katten door heel onbelangrijk lijkende dingen worden veroorzaakt, zoals veranderingen in voeding, kattenbakkorrels en dagroutine van de baas. Zelfs weersveranderingen kunnen van invloed zijn. Ruzie met een andere kat (ook al is het een huisgenootje waar ze verder goed mee kunnen opschieten), wordt ook vaak als aanleiding tot blaasproblemen gezien bij gevoelige katten.

Vijf oorzaken van blaasproblemen zonder verstopping van de blaas:

5.   Bacteriële ontstekingen - Minder dan 2 %
4.   Gedragsafwijkingen - Minder dan 10 %
3.   Vormafwijkingen van de blaas, tumoren - 10 %
2.   Blaasstenen en blaasgruis - 15 %
1.   Idiopathische Cystitis - 65 %

Vier oorzaken van blaasproblemen met verstopping van de blaas:

4.   Blaasstenen/gruis en een bacteriële ontsteking - 2 %
3.   Blaasstenen en blaasgruis - 10 %
2.   Idiopathische Cystitis - 29 %
1.   Vastgelopen eiwitprop met eventueel enkele kristallen - 59 %

Om problemen zo goed mogelijk te voorkomen bij katten die gevoelig zijn gebleken voor blaasproblemen, wordt het volgende aanbevolen:

  • Water:
    laat de kat heel veel drinken. Plaats meerdere waterbakjes en zorg dat ze vaak ververst worden of maak het extra aantrekkelijk, door bijvoorbeeld het gebruik van waterfontijnen. Geef de kat het liefst blikvoeding, eventueel zelfs aangemaakt met water.
  • Kattenbak:
    plaats meerdere kattenbakken (plaats open en dichte bakken).
  • Dieet: Soms zijn diëten die urine verzuren gunstig voor de kat, soms ook niet! Blikvoeding is bij blaaspatiënten vaak gunstiger dan droogvoer.
  • Stress verminderen:
    feromonen (geurlokstoffen) die een geruststellende werking op een kat hebben kunnen stress in belangrijke mate verminderen. Laat deze verdampen in de omgeving waar de kat zich het meest bevindt. Ze kunnen helpen conflicten en angst bij kat(ten) te voorkomen
  • Glycosaminoglycanen (GAG’s):
    geef met name katers extra GAG’s om de kwaliteit van het blaasslijmvlies te bevorderen. Niet alle GAG’s hebben een gunstig effect op het blaasslijmvlies. Het best passende product lijkt Cystease dat uit N-acetyl glucosaminen bestaat, maar zelf heb ik heel goede ervaring met Spasmoglucynol.

Als de problemen eenmaal begonnen zijn, zijn bovendien de volgende zaken belangrijk:

  • Pijnstillers:
    vraag de dierenarts welke pijnstillers geschikt zijn voor een kat alvorens ze te geven!
  • Blaasontspanners:
    het ontspannen van de blaas vermindert pijn en aandrang.
  • Middelen die het vrijkomen van heparine en histamine remmen.

Tand- en tandvleesproblemen

Gingivitis, Stomatitis en Pharyngitis

Steeds terugkerende slijmvliesontstekingen in de mond bij de kat, komen voor op alle leeftijden. Vaak beginnen de problemen al op jonge leeftijd (jonger dan twee jaar), maar de meeste problemen zie je bij katten van middelbare leeftijd (7-8 jaar).

Het complex bestaat uit 3 ziektes die gezamenlijk, of apart kunnen voorkomen:

  1. Gingivitis of tandvlees ontsteking
    Bij gingivitis is het tandvlees gezwollen, rood en bloedt gemakkelijk. Deze ontsteking verspreidt een onaangename geur, waardoor de kat erg uit de bek kan stinken. Als gevolg van de ontsteking kan het tandvlees zich terugtrekken waardoor de tandhals en wortels zichtbaar worden. Wanneer de ontsteking zo uitgebreid is dat ook het onderliggende bot ontstoken raakt, is sprake van parodontitis.
  2. Stomatitis of ontsteking van het wangslijmvlies
    Als gevolg van tandsteen kan het slijmvlies van de wang ontstoken raken. Dit gebeurt met name ter hoogte van de molairen waar tandsteen het snelst ontstaat. De stomatitis bij het gingivitis - stomatitis - pharyngitis - complex blijft niet bij een kleine lokale ontsteking ter hoogte van een tand. De ontsteking kan zich over een groot deel van het slijmvlies van de wang uitbreiden.
  3. Pharyngitis of slijmvliesontsteking van de mondholte
    Hierbij raakt het slijmvlies achter in de mondholte ontstoken. Met name het zachte gehemelte en de slijmvliesomslag van boven- naar onderkaak achter in de bek kunnen enorm ontstoken raken. Dit proces is erg pijnlijk voor de kat en ze zullen dan ook vaak stoppen met eten. Deze hele erge ontsteking van de mondholte wordt ook wel faucitis genoemd en is karakteristiek voor het complex.

Symptomen

  • Stinken uit de bek
  • Kwijlen en speekselen
  • Met een scheve kop eten, omdat het pijnlijk is
  • Niet willen eten en vermageren
  • Pijnlijke bek bij open doen
  • Humeurig zijn

 

"Before Prozac, she loathed company."
"Before Prozac, she loathed company."

Oorzaken kunnen zijn

  • Tandplak en tandsteen
  • Afgebroken tanden en kiezen (eventuele wortelresten)
  • Tandhalslaesies
  • Verminderde weerstand door bijvoorbeeld een virusziekte als kattenaids , leucose en Calicivirus. In een aantal onderzoeken komt naar voren dat 90-95 % van de gevallen met deze problemen een Calicivirus infectie doormaakt of heeft doorgemaakt.
  • Voedingsallergie
  • Atopie (allergie)
  • Idiopathisch (dat wil zeggen dat er geen oorzaak aan te wijzen is)

Diagnose

De diagnose wordt gesteld door een inspectie van de mondholte. Aanvullend onderzoek is vaak noodzakelijk, omdat de behandeling afhankelijk is van de onderliggende oorzaak. Denk hierbij aan bloedonderzoek om kattenaids en leucose uit te sluiten, of een rontgenfoto om te kijken of resten van afgebroken tanden of kiezen aanwezig zijn.

Behandeling

Afhankelijk van de onderliggende oorzaak en de ernst van de verschijnselen kan vervolgens een behandelplan worden opgesteld. De behandeling bestaat uit diverse stappen. Deze variëren van het schoonmaken van het gebit, tot het trekken van alle tanden en kiezen. Afhankelijk van de reactie van de kat op de ingezette behandeling, kan de behandeling worden aangepast.

Tandsteenbehandeling

Professionele gebitsreiniging is vaak de eerste stap in de behandeling, omdat de aandoening meestal gepaard gaat met flinke tandsteen vorming. Onder sedatie wordt het gebit schoongemaakt met een ultrasoon trilapparaat en daarna gepolijst. Losse en ernstig aangetaste elementen worden verwijderd. Hierna wordt antibioticum en pijnstiller gegeven om de mondholte zoveel mogelijk tot rust te brengen. Tot slot moet de vorming van nieuw tandsteen zoveel mogelijk worden voorkomen.

Corticosteroïden

Als de ontsteking niet gepaard gaat met veel tandsteen en na een antibioticumkuur weer terugkomt, kunnen ontstekingsremmende medicijnen (corticosteroïden) gegeven worden.

Elementen trekken

Wanneer een ontsteking ondanks de ingestelde therapie telkens blijft terugkomen, kan het beste alle kiezen en eventuele kiesresten worden getrokken. Meestal blijven de klachten na deze ingreep weg. Natuurlijk kan een kat ook zonder kiezen gewoon eten. Indien de problemen blijven terugkeren, of als het slijmvlies om de tanden ontstoken is, kan worden gekozen voor een totale extractie van alle nog aanwezige elementen (de snijtanden en haaktanden)

Interferon

Katten kunnen baat hebben bij een immunostimulerend (oftewel weerstand verhogend middel). Virbagen Omega Interferon van Virbac geeft bij sommige katten goede resultaten. Vooral katten die een Calicivirus infectie hebben.

Als niets werkt

Bij sommige katten zal zelfs de meest rigoureuze behandeling, het trekken van alle elementen, geen blijvende oplossing bieden. Deze katten krijgen de rest van hun leven corticosteroïden in combinatie met antibioticum. De klachten worden daardoor onderdrukt en de kwaliteit van leven voor de kat wordt verhoogd.

Tandhalslaesie of FORL

Tandhalslaesie is een ouderwetse benaming voor de ziekte die nu FORL wordt genoemd. FORL (Feline Odontoclastische Resorptieve Laesies) is een progressieve aandoening, dit wil zeggen dat als de ziekte zich eenmaal openbaart bij 1 element, na verloop van tijd steeds meer tanden en kiezen zullen worden aangetast. De tanden en kiezen worden dan aangetast op de overgang van tandkroon (boven het slijmvlies) en tandwortel (onder het slijmvlies). De laesies ontstaan doordat tandoplossende cellen (odontoclasten) aangezet worden tot resorptie (afbreken) van het tandweefsel.

Symptomen

Een tandhalslaesie herkent men, doordat net boven het tandslijmvlies een stukje bloederig weefsel zit. Het slijmvlies puilt uit in deze holte. Soms ziet men echt een gat in de tand of kies. Tandhalslaesies verzwakken de tand of kies. De laesie kan tot aan, of zelfs in de zenuwholte komen. Dit geeft hevige pijn, vergelijkbaar met kiespijn bij mensen. De kat weigert vaak om te eten. De kat eet met scheve kop om de pijnlijke kant te ontzien. De tand of kies kan afbrokkelen en zelfs afbreken.

Soms is al onder het slijmvlies een FORL begonnen en is dit alleen met een röntgenfoto zichtbaar te maken. De klinische symptomen zijn:

  • Uit de mond stinken
  • Overmatig speekselen
  • Vermageren
  • Niet willen eten
  • Met een scheve kop eten
  • Geen koude vloeistoffen willen drinken
  • Plotseling stoppen met eten of drinken

Behandeling

Verschillende therapieën zijn geprobeerd. Variërend van vullen met amalgaam, witte vullingen, speciale vullingen die tegen een vochtig milieu kunnen (glasionomeer), gebitsreiniging onder sedatie, daarna polijsten en preventieve fluorbehandelingen. Echter niets geeft verbetering. De odontoclasten blijven het tandweefsel afbreken. Bij afgebroken tanden of kiezen ziet men vaak nog wortelresten zitten. De enige afdoende therapie, om de kat pijnvrij te krijgen, is het trekken of extraheren van de aangetaste tand of kies.

Meer info

Community

  • Vragen? Bezoek onze Facebook Community Maine Coon .nl en de gelinkte Community Maine Coon .nl Gezondheid en Ziekte

Bronnen

  • Zie de algemene opmerkingen over bronnen onder Over deze site.
  • Afbeelding "Tumor": Wikipedia NL
  • Afbeelding "Never, ever, Think outside the box" van Leo Collum - The New Yorker
  • Afbeelding "Before Prozac, she loathed company" van Lee Lorenz - The New Yorker

Meer informatie

Tumoren

  • Dierengebit: Een tumor in de mondholte

Tand- en tandvleesproblemen

  • Dierengebit: Normale gebit
  • Dierengebit: Wisselproblemen bij de kat
  • Dierengebit: Afwijkende stand
  • Dierengebit: Afwijkende tanden
  • Dierengebit: Afwijkende bek
  • Dierengebit: Melkhoektand extractie
  • Dierengebit: Persisterende tand
  • Dierengebit: Tandplak
  • Dierengebit: Tandsteen
  • Dierengebit: Professionele gebitsreiniging
  • Dierengebit: Tandhalslaesie of FORL of TR bij de kat
  • Dierengebit: Kiezen trekken
  • Dierengebit: Snijtanden trekken
  • Dierengebit: Hoektand extractie
  • Dierengebit: Totale extractie
  • Dierengebit: Juveniele gingivitis bij een kat of beter bij een kitten
  • Dierengebit: Gingivitis of tandvleesontsteking bij de kat
  • Dierengebit: Feline Sarcoïd
  • Dierengebit: Chronische exsudatieve en proliferatieve gingivitis
  • Dierengebit: FCGS of het Gingivitis-Stomatitis-Pharyngitis complex
  • Dierengebit: Kaak en/of tandproblemen door een aanrijding of een val
  • Dierengebit: Preventie van gebitsproblemen bij de kat
  • Dierengebit: Tanden poetsen bij de kat
  • Dierengebit: Tandenpoetsen bij de kat door het eten van speciale brokken
  • Dierengebit: Vet Aquadent
  • Dierengebit: Oravet of vanaf 2013 Dentisept
  • Dierengebit: OROZYME® Bucco-Fresh
  • PawPeds: Mond- en tandproblemen bij katten

Overige aandoeningen

De aandoeningen in de onderstaande links zijn niet behandeld het bovenstaande artikel. Toch wilden we u deze informatie niet onthouden.

  • PawPeds: Poliepen - Veelgestelde vragen
  • PawPeds: Kittens met een platte borstkas
  • PawPeds: Gezondheidsprogramma's, waar gaat het allemaal over?

Zoeken

Volg ons op Social Media

  • Facebook
  • Instagram
  • LinkedIn
  • Pinterest
  • Twitter
  • YouTube

Winnaar Foto van de Maand

pets-expert.nl

Copyright © 2021 · Lifestyle Pro Theme on Genesis Framework · WordPress · Log in

Deze website gebruikt cookies: Meer informatie.